Notes

Beeldende Begrippen


Open vorm
Een open vorm is een vorm waarin een lege ruimte in is opgenomen, je kunt erin of doorheen kijken (blz 119)




Symmetrische vorm
Als je een vorm in twee helften kunt verdelen die min of meer gelijk zijn, dan spreek je van symmetrie. De twee delen zijn elkaars spiegelbeeld. (blz 121)





Asymmetrische vorm
Een vorm die niet symmetrisch is, noem je asymmetrisch. (blz 121)






Textuur
Een textuur is de zichtbare en voelbare aard van een oppervlak. Bijvoorbeeld harig, stekelig, bobbelig. (blz 146)





Contour
De lijn die de begrenzing van een vorm aangeeft, noem je een contour. Een contour wordt ook wel een omtreklijn genoemd. (blz 149)





Plasticiteit
Als een tekenaar of schilder in zijn werk door licht en schaduw laat zien dat de voorwerpen ruimtelijk lijken, spreek je van plasticiteit.




Eigenschaduw
Eigenschaduw is de schaduw op het voorwerp zelf; het wordt plastisch. (blz 138)




Glimlicht
Als er licht op een heel glad voorwerp valt, zijn er op dat voorwerp plekken waar het licht fel reflecteert. Dat noem je een glimlicht. Op deze plek is de kleur van het voorwerp niet meer zichtbaar. (blz 139)



Slagschaduw
Slagschaduw is de schaduw die het voorwerp werpt op de ondergrond waarop het staat of ligt of op een achtergrond waarvoor het staat of ligt. (blz 139)



Kleurcontrast
Hoe groter het verschil is tussen twee kleuren, hoe meer de afzonderlijke kleuren zullen opvallen. Deze tegenstelling noem je kleurcontrast.
Er zijn verschillende soorten kleurcontrast:
• Kleur-tegen-kleurcontrast
• Licht-donkercontrast
• Warm-koudcontrast
• Complementair contrast (blz 126)





Kader
Omlijsting, begrenzing van een beeldvlak.






Afsnijden
Manier van afbeelden waarbij delen van een voorstelling gedeeltelijk door het kader zijn weggesneden. Hierdoor lijkt het net alsof de voorstelling zich buiten het kader voortzet. (blz 144)




Overlappen
Als je een voorwerp gedeeltelijk over een ander voorwerp tekent, lijkt het net of het ene voorwerp voor het andere staat. Dat heet overlapping. (blz 140)






Stofuitdrukking
Als je een textuur nabootst in een ander materiaal, dan heet dat stofuitdrukking. Je kunt texturen namaken door te tekenen schilderen, boetseren en beeldhouwen. (blz 146)






Silhouet
Een silhouet is een vorm waarvan je alleen de omtrek ziet. De vorm zelf zie je als een plat donker vlak (je ziet dus ook geen details).
Je ziet een vorm als silhouet als er sprake is van tegenlicht.
Een silhouet is een schaduwvorm in tegenlicht. (blz 139)





Compositie
Een ander woord voor samenstellen en ordenen is componeren. Een kunstenaar ordent lijnen, vormen, kleuren. Zo ontstaat er een compositie. (blz 130)