Notes

1. Argumentatie structuur
2. Aspecten structuur
3. Verklaring structuur
4. Voor en nadelen structuur
5. Probleem oplossing structuur
6. Verleden-heden structuur
7. Vraag en antwoord structuur

Bepaald Lidwoord
- de, het

Onbepaald Lidwoord
- een

Stoffelijke bn
- Gemaakt van materialen

Bepaald Hoofdtelwoord = Precies Aantal (1,2,3, 8.5)
Onbepaald Hoofdtelwoord = Onduidelijke Aantal (vele, veel, beetje)
Bepaald Rangtelwoord = Precies plaats an (Tweede, achtste)
Onbepaald Rangtelwoord = Onduidelijke Plaats aan (laatste, middelste)

Bezittelijk Voornaamwoord = Van wie iets is (altijd voor een zelfstandig voornaamwoord) hun auto, jouw adres
Persoonlijk Voornaamwoord = Duidt een persoon aan (hem gezien, aan jou)
Aanwijzend Voornaamwoord = Wijst een mens of iets aan (dat, die, deze, zulke)
Vragend Voornaamwoord = Wie, Wat, Welke ext...




Chronologisch verband = (tijdvolgorde) vroeger, later, nu, eerst, vervolgens, daarna, nadat,
Concluderend verband = (conclusie getrokken) dus, daarom, dat houdt in, kortom, concluderend, al met al
Doel-middelverband = (Welke middel om doel te bereiken) opdat, zodat, om te, door middel van, met behulp van
Oorzakelijk verband = (Waardoor iets gebeurt) doordat, daardoor, als gevolg van, dat komt door, het gevolg is, dus, dankzij
Opsommend verband = (Dingen achter elkaar genoemd) ten eerste, ten tweede, om te beginnen, bovendien, ook (nog), 1ste, 2de
Redengevend verband = (Waarom iets iets doet) omdat, daarom, dus, want, de reden hiervoor is, dankzij
Samenvattend verband = (Korte weergave tekst) kortom, samengevat, met andere woorden, al met al
Tegenstellend verband = (Tegenovergestelde zaken genoemd) maar, tegenover, daarentegen, toch, echter, hoewel, ofschoon
Toegevend verband = (Wordt andere kant van een zaak weergeven) ook al, zij het (dat), weliswaar, (al) hoewel, desondanks
Toelichtend verband = (Extra informatie weergegeven bij een tekst) bijvoorbeeld, zo, als, zoals, denk aan, neem nou
Vergelijkend verband = (Laat een Verschil of een Overeenkomst zien) (net) als, zoals – ook de vergrotende trap: meer / groter
Voorwaardelijk verband = (Maakt duidelijk onder welke voorwaarden iets gebeurt) Als het morgen mooi weer is, gaan we naar het strand. als (... dan), indien, tenzij, wanneer, mits